ARCHIEF
cd-rom MONIEK TOEBOSCH / ARCHIEF 1948 – 2000




MONIEK TOEBOSCH / ARCHIEF 1948 – 2000 CD-Rom
(MONIEK TOEBOSCH / ARCHIVE 1948 – 2000 [CD-ROM])

Concept and editor: Moniek Toebosch
Design: de Vet
Editing: Rudy J.Luijters, Mayke Nas, de Vet
Programming: Shosho + de Vet

Publisher: Foundation for Visual Arts, Design and Architecture
Distributor: Foundation for Visual Arts, Design and Architecture
ISBN: 90-76936-05-6
Salesprice: Hfl. 49,50

Review: Paul Groot
Print cover: Rob Stolk, Amsterdam
Bookbinder: Winnubst, Zaandam
Print cd: AOD, Vianen

Order the cd-rom at the Foundation for Visual Arts, Design and Architecture.
jury rapport Moniek Toebosch (1948, Breda) is beeldend kunstenaar, performer, regisseur en geluidskunstenaar. Vanaf het eind van de jaren zestig initieerde zij talloze projecten op vele terreinen, waarbij vaak anderen betrokken werden. Toebosch realiseert voornamelijk interdisciplinaire, tijdelijke projecten in de openbare ruimte, musea, theaters en via de Nederlandse televisie. Bekendheid bij een groter publiek verwierf zij vooral met het meerjarige project 'Engelen' (1994), een radiozender die de automobilisten op de dijk Enkhuizen-Lelystad trakteerde op Engelenzang.
De Commissie Oeuvreprijzen prijst de hoge kwaliteit van Toebosch' uiteenlopende projecten. Ook haar stimulerende persoonlijkheid en het feit dat zij vele (jonge) kunstenaars bij haar projecten betrekt roept waardering op. Haar werk raakt bovendien alle disciplines die binnen de commissie vertegenwoordigd zijn.
Paul Groot
17 nov 2000
Jetzt, muss ich dass ganz alleine machen", maar gelukkig zijn er overal en altijd muziek en engelen.

I

Er zijn drie werken, "performances" heet dat geloof ik, uit Moniek Toebosch' leven die ik de lezer in herinnering wil brengen om deze cd-rom over de eerste halve eeuw van dit extatische leven meteen maar in een kader te plaatsen. Haar werk dat toch al niet onschuldig is ondanks de ogenschijnlijk lichte toon die het bezit, laat in deze drie "performances" wel heel bijzondere boventonen klinken. Nu ja, eigenlijk alles van haar heeft wel iets van geëxalteerdheid.
De eerste is de geboorte van Moniek uit het huwelijk van de Vlaamse Maria Rubens, een naam dus die haar eenvoudigweg dwong om beeldend kunstenaar te worden, en Louis Toebosch, Nederlands musicus, die haar aan de muziek verplichtte. Die geboorte moet wel een muzikale happening van de eerste orde zijn geweest.

II

Extase is niet eens goed genoeg voor het karakter van de tweede favoriete performance die ik werkelijk geëxalteerd zou willen noemen. Het is zondag, 1 juni 1983 en Moniek speelt als La Toebosch in een meerdelige, rechtstreeks op tv uitgezonden serie de gastvrouw en de muze van allerlei talenten die haar lief zijn en daar optreden. Tenslotte zal ze als afsluiting zelf haar jeugddroom realiseren: Wagner zingen, begeleidt door het Omroeporkest, en dat nog wel in Theater Carré in Amsterdam. De 'Liebestod' uit Wagners opera Tristan en Isolde staat op het programma.
Haal de cd-rom uit dit boek, zet hem in je computer, klik naar "Aanvallen van Uitersten", eerste fragment en kijk even mee. De camera blikt nieuwsgierig naar de binnenkomst van een stoet duidelijk "Wagneriaans" verklede personen met daar achterin Moniek Toebosch die, niet helemaal rustig, toch ook niet voorbereid is op de verwarde toestand waar ze daar in terecht komt. De orkestbak is lang niet vol, ze ziet plotseling dat het halve orkest de benen heeft genomen en dienst weigert. Het heeft niet eens een banale reden. Zojuist heeft een werkelijk oorverdovende opvoering plaatsgehad van de symfonie nr. zoveel van de allerluidste gitaarband van die jaren, dat van de New Yorkse musicus Glenn Branca. Branca is dan een echte held, niet alleen voor Moniek, en zijn lawaai wordt door de echte avant-gardisten van toen als het neusje van de zalm beschouwd. Maar veel van de musici van het orkest zijn door de lawaaimachine van Glenn Branca enigszins verdoofd, kunnen Wagner niet zuiver meer spelen en zijn 'm gesmeerd. Wat een apotheose van de eerste avond artistiek amusement had moeten worden, valt in duigen, en de scherven zijn al niet meer te tellen. Een nachtmerrie is werkelijkheid geworden. Moniek staat daar als in haar eentje op het toneel, lijkt door iedereen in de steek gelaten. Met enkele welgemeende uitroepen, "die Liebestod, alstublieft, speel die Liebestod!", probeert ze de overgebleven musici te doen spelen. Inderdaad de muziek zwelt aan, de eerste inzetten van de Liebestod zijn ingezet, maar dan, tot overmaat van ramp, ontdekt ze al zingende dat ook dirigent Ivan Fisher het toneel heeft verlaten... Wat te doen in deze afschuwelijke situatie? In een enkel geniaal besluit, verpakt in een uitroep meer tegen zichzelf dan aan de buitenwereld als ze zich afvraagt, "zal ik hem dirigeren én zingen?!", is ze de situatie meester. Voor iemand goed begrijpt wat zich daar afspeelt, is Moniek zangeres en dirigent tegelijk, en weet een situatie van angst, verlatenheid en ontzetting in de kortste keren om te zetten in een onvergetelijk beeld van een superieure kunstenaar. Een luidkeels voor een uitgedund orkest performende zangeres die de musici op sleeptouw neemt, het publiek in extase brengt en wat als een nachtmerrie begon tot een eenvoudige triomf weet om te zetten.
Een zangeres die boven haar materiaal uitgroeit op een wijze die Wagner zelf nooit had kunnen verzinnen. Maar meer dan dat: in mijn ogen hoort haar optreden toen tot de allerheldhaftigste artistieke credo's van de nu bijna afgelopen eeuw.

III

Een stem, een houding, en vooral een karakter dat eigenlijk gelijk blijft, van een artistieke voorgeschiedenis in Frans Zwartjes' duistere films tot aan de nu nog lopende "Les douleurs contemporaines" waarin Moniek met een koele helderheid de onverdragelijke zwaarte van het bestaan relativeert. Waarbij ze steeds consequent is gebleven en tot haar genoegen kan constateren dat haar artistieke wortels (die ergens in het pre-modernistische erfgoed, zo ongeveer in de neo-katholieke Umwelt van de componisten Louis Toebosch en Olivier Messiaen liggen), uiterst aktueel zijn. Want haar avant-garde heeft natuurlijk traditionele wortels. Wat ook weer duidelijk wordt in het ontroerende werk waar ze nu mee bezig is. De stemmen die in haar project "Engelen" nog verraderlijk van opzet zijn, zullen in het laatste deel van "Les douleurs contemporaines" naar de essentie teruggaan. Ze zijn nog niet op deze cd-rom te vinden, maar ik kijk nu al uit naar het uiteindelijke werk met het zuchten van een cello vermengd met rouwrituelen. Moniek heeft daarvoor de laatste ademtochten van Maria Rubens als uitgangspunt genomen. IJzingwekkend mooie celloklanken die eens te meer een betekenisvolle structuur aan haar werk geven.
Met overal en altijd muziek en engelen.


Paul Groot, 17 november 2000